Joost Plattel is een dag gevolgd door het TV programma Labyrint over QuantifiedSelf. Dat is een hele leuke uitzending geworden:
Alles aan ons gedrag en lichaam is te meten, op te slaan in databanken en te delen op internet. Op grote schaal levert dit een schat aan nieuwe informatie op en nieuwe mogelijkheden voor de wetenschap en sport.
Ons nationale honkbalteam, regerend wereldkampioen, heeft de wereldtitel naar eigen zeggen zelfs helemaal te danken aan al die data en een weloverwogen gebruik daarvan. Om hun titel in de toekomst veilig te stellen gaan ze nu nog verder in het digitaliseren van hun spelers, in de hoop daarvan te leren.
Niet alleen sporters kunnen leren van deze grote hoeveelheden data, iedereen kan zichzelf meten om er zelf beter van te worden. We kunnen allemaal onze hartslag, calorieverbruik, slaap en stressniveau meten. Patiënten kunnen hun eigen klinische studies en databanken opzetten. Grootschalige databases vol persoonlijke gegevens en interessante verbanden kunnen steeds beter ons gedrag voorspellen, kans op ziektes of mogelijkheid om profvoetballer te worden. Daarnaast helpt deze bak vol data ook de wetenschap vooruit.
Hanzehogeschool Groningen heeft in september 2012 het eerste Quantified Self instituut ter wereld geopend. Wetenschappers daar denken dat Quantified Self de manier van onderzoek doen in de gezondheidszorg compleet zal veranderen. Gegevens worden verzameld met sensortechnologie en kunnen worden gedeeld via het internet. Potentieel kan iedereen informatie aandragen voor nieuw wetenschappelijke onderzoek. Geen ziekenhuizen en dure meetinstrumenten, maar je natuurlijke omgeving en een smartphone als laboratorium.